Een badmintonracket wordt in het Engels een Badminton Racquet genoemd. Deze term is een samenstelling van “Badminton”, de naam van de sport, en “Racquet”, wat alle soorten rackets omvat die in racketsporten worden gebruikt. Een alternatieve spelling is “Badminton racket”. Zowel “Racquet” als “Racket” zijn correct, maar ze worden in verschillende contexten gebruikt. “Racket” verwijst vaak naar hard geluid of een crimineel complot, terwijl “Racquet” wordt gebruikt voor sportuitrusting zoals tennis-, squash- of badmintonrackets. Om badminton te kunnen spelen, heb je een goed badmintonracket nodig dat bij je past, zodat je je volledige potentieel kunt benutten.
Verwar een Badminton Racquet (badmintonracket) niet met een Shuttlecock (shuttle). Een shuttle is gemaakt van 16 veren die in een ronde basis van kurk of synthetisch materiaal zijn gestoken.
Veelgebruikte Engelse Badmintontermen
Engelse badmintonterminologie omvat niet alleen de namen van de uitrusting, maar ook technieken, spelregels en posities op het veld. Beheersing van deze termen zal je helpen de sport beter te begrijpen en effectiever te communiceren in een internationale omgeving.
Engelse termen gebruikt tijdens een wedstrijd:
- Attack: Aanval
- Backhand: Backhand
- Footwork: Voetwerk
- Clear: Diepe slag naar de achterlijn van de tegenstander (lob)
- Drive: Snelle, lage slag vlak boven het net (drive)
- Drop: Zachte slag die vlak over het net valt (drop)
- Flick: Snelle polsbeweging die de shuttle onverwachts van richting doet veranderen (flick)
- ForeHand: Forehand
- Fluke: Gelukschot dat het frame raakt maar toch een punt oplevert
- Hairpin net shot: Slag van dichtbij het net die net over het net gaat en snel naar beneden valt
- Halfcourt shot: Slag naar het midden van het veld, effectief in het dubbelspel wanneer de tegenstanders voorin en achterin spelen.
- Kill: Harde smash die onhoudbaar is
- Net shot: Slag van net dichtbij het net die snel naar beneden valt aan de overkant
- Push shot: Zachte duwende slag vanaf het net of middenveld naar het middenveld van de tegenstander
- Serve or Service: Service
- Smash: Harde slag van bovenaf die de shuttle snel naar beneden slaat
Engelse termen voor het badmintonveld:
- Alley: Verlenging van het veld voor het dubbelspel
- Back alley: Gebied tussen de achterlijn en de lange servicelijn voor het dubbelspel
- Backcourt: Achterste derde deel van het veld
- Baseline: Achterlijn
- Center position of base position: Middenpositie op het veld
- Center line: Lijn loodrecht op het net die de servicevakken scheidt
- Court: Badmintonveld
- Forecourt: Voorste derde deel van het veld
- Long service line: Lange servicelijn
- Midcourt: Middelste derde deel van het veld
- Power Zone of Sweet Spot: Optimale raakpunt op het racketblad
- Service court: Servicevak
- Short service line: Korte servicelijn
Engelse termen voor badmintonuitrusting:
- Racquet: Racket
- Shuttlecock: Shuttle
- String: Snaar
- Grip: Grip
- Overgrip: Overgrip
- Flex: Flexibiliteit
- Balance: Balans
- Weight: Gewicht
- Tension: Snaarspanning
- Frame: Frame
- Shaft: Steel
- Net: Net
