Rau răm is in het Engels bekend als “Vietnamese coriander”. Deze naam is echter vaak onbekend bij native speakers. Hoe kunnen we rau răm dan het beste omschrijven aan buitenlanders?
Taal is een middel om te communiceren en ideeën over te brengen. Bij het bespreken van tropische groenten, fruit en kruiden met westerlingen, is flexibiliteit in onze woordkeuze belangrijk. Zoals westerlingen geen balut (bevrucht eendenei) eten, kennen ze ook rau răm niet.
In plaats van te proberen een volledig nieuwe naam te introduceren, probeer dan eens een andere aanpak: “This is a herb that we eat with balut, we call it rau răm. Now repeat after me, rau răm.” (Dit is een kruid dat we eten met balut, we noemen het ‘rau răm’. Herhaal nu na mij, ‘rau răm’).
Deze methode is effectiever en leuker dan hen de lange naam “Vietnamese coriander” te laten onthouden.
Vergelijkbaar is “rau muống” (waterspinazie) in Amerika bekend als “water spinach” of “morning glory”. Op een Aziatische markt in het buitenland kun je vragen: “Do you have water spinach/morning glory?”. Maar op een Vietnamese markt zeg je gewoon: “Do you sell rau muống here?”.
Een ander voorbeeld is de “quả sấu” (sấu vrucht), die in Canada “crocodile fruit” wordt genoemd. Sommigen vinden “dracontomelon” de correcte naam, maar die is onbekend bij zowel Vietnamezen als Canadezen.
Kortom, taal is er om te gebruiken. Als een woord, zoals “bắp cải” (kool) – “cabbage”, bekend is bij zowel jou als de luisteraar, leer het dan. Maar voor specifieke, “typisch Vietnamese” producten is het niet nodig om de wetenschappelijke naam te kennen. Wees flexibel in je taalgebruik.