Lang geleden noemden de Chinezen het hiernamaals Huangquan, wat letterlijk “Gele Rivier” of “Gele Bron” betekent. Deze naam is ontstaan vanuit de waarneming van de natuur: een donkere hemel, heldergele aarde en een verborgen ondergrondse bron. Het water van deze bron werd gezien als even kostbaar als goud en symboliseerde de mysterieuze en zeldzame aard van de onderwereld. Deze term werd later echter vervangen door Diyu (地獄), de “hel” uit het Boeddhisme, toen dit concept populairder werd in de Chinese cultuur.
Het woord “Huangquan” vindt zijn oorsprong in het verhaal “Hertog Zhuang van Zheng graaft een tunnel om zijn moeder te vinden” uit de “Kronieken van de Strijdende Staten”. De vader van Hertog Zhuang, Hertog Wu van Zheng, was getrouwd met Dame Jiang. Ze kregen twee zonen: de oudste, Wusheng, en de jongste, Duan. Bij de geboorte van Wusheng had Dame Jiang een moeilijke bevalling en daarom hield ze niet van hem. Ze gaf de voorkeur aan Duan en hoopte dat Hertog Wu hem tot kroonprins zou benoemen. Dat gebeurde echter niet en Dame Jiang koesterde wrok.
Na de dood van Hertog Wu besteeg Wusheng de troon als Hertog Zhuang. Dame Jiang stelde voortdurend onredelijke eisen, waaraan Hertog Zhuang probeerde te voldoen. Maar ze bleef ontevreden en zette Duan aan tot een staatsgreep. Toen Zhuang dit ontdekte, pleegde Duan zelfmoord. Woedend verbande Zhuang zijn moeder naar Ying en zwoer: “Ik zal haar niet zien voordat ik naar de Gele Rivier ga.”
Later kreeg Hertog Zhuang spijt. Ying Kaoshu, een eerlijke en wijze ambtenaar, zei tegen hem: “Hoewel uw moeder zich niet als een moeder heeft gedragen, kunt u zich niet gedragen als een slechte zoon.” Hij liet Zhuang een paar vogels zien. Zhuang vroeg: “Wat voor vogels zijn dit?” Kaoshu antwoordde: “Dit zijn kraaien, zeer ondankbaar. Ze pikken hun moeder als ze groot zijn. Daarom heb ik ze gevangen om op te eten.” Zhuang zweeg.
Op dat moment bracht de kok een gestoomde geit. Zhuang sneed een geitenbout af en gaf die aan Kaoshu. Kaoshu nam hem aan en stopte hem in zijn mouw. Zhuang was verbaasd. Kaoshu zei: “Mijn moeder is arm en heeft nog nooit lekker eten gehad. Ik neem dit vlees mee naar haar.” Zhuang was ontroerd tot tranen. Kaoshu, wetende dat hij Zhuang had overtuigd, maar zich de eed herinnerend, stelde voor dat Zhuang een tunnel zou graven totdat hij grondwater vond. Daar moest hij een kamer bouwen en zijn moeder naartoe halen. Zo werden moeder en zoon herenigd.
De hereniging van Hertog Zhuang en zijn moeder in de ondergrondse kamer.
Met de veranderende opvattingen over het hiernamaals werd “Huangquan” vervangen door “Diyu”, en bleef alleen de “Huangquan-weg” over als laatste spoor voor de reis naar de onderwereld.
De Huangquan-weg is niet alleen een fysieke weg, maar symboliseert de laatste reis van de ziel voor het Laatste Oordeel. Volgens de Chinese mythologie en het Boeddhisme is dit een grote beproeving. Op deze weg moet de ziel vele uitdagingen en een strenge beoordeling doorstaan.
De Huangquan-weg wordt vaak afgebeeld met bloeddoorweekte bloemenvelden aan weerszijden, die het lijden en de bitterheid van leven en dood symboliseren. De ziel moet deze velden oversteken om Diyu te bereiken, waar het zijn lot onder ogen ziet en het oordeel van Yanluo Wang, de Koning der Hel, ontvangt.
Dit illustreert dat de menselijke reis niet eindigt met de fysieke dood, maar doorgaat met spirituele beproevingen voordat uiteindelijk vrede en bevrijding worden bereikt. De Huangquan-weg is een belangrijk element in de Chinese spiritualiteit en symboliseert lijden en hoop in het leven en na de dood.