Mandala’s zijn een van de meest voorkomende motieven in de kunst, met hun cirkelvormige patronen. De naam komt van het Sanskrietwoord ‘mandala’, een oude Indiase taal, wat ‘cirkel’ betekent.
In het Boeddhisme en Hindoeïsme is de cirkel echter een krachtig symbool, zonder begin of einde. De mandala symboliseert het universum, zowel de innerlijke als de uiterlijke wereld. De cirkel staat voor perfectie, volledigheid en vervulling in het leven. Daarnaast vertegenwoordigt de mandala ook de cyclus, duurzaamheid en eeuwigheid van het bestaan.
Volgens een verslag verscheen de mandala in de 5e eeuw voor Christus in India en werd twee eeuwen later in Tibet geïntroduceerd. De mandala is geïnspireerd op de berg Meru in India. Het bestaat uit een heilige berg in het centrum, omringd door zeven kleinere bergen in een concentrische cirkel. Binnen de mandala bevinden zich drie rijken: Arupyadhatu (het vormloze rijk), Rapudhatu (het vormrijk) en Kamadhatu (het begeerterijk).
In het Boeddhisme vertegenwoordigt de mandala verschillende aspecten van de boeddhistische leer en traditie. Het symboliseert vaak een paleis in het centrum, met vier poorten in vier richtingen, omgeven door verschillende cirkels die een beschermende barrière vormen. Buiten het paleis bevinden zich meerdere concentrische cirkels.
De buitenste cirkel is vaak versierd met gestileerde vlammen. Elke cirkel staat voor een spirituele fase die men moet doorlopen voordat men het heilige centrum kan bereiken. De volgende cirkel bevat boeddhistische symbolen zoals bliksem, diamanten en het wiel (symbool van het Achtvoudige Pad), die kracht, wijsheid en onsterfelijkheid vertegenwoordigen. Daarbinnen bevindt zich een cirkel met acht begraafplaatsen, die de acht aspecten symboliseren die een mens binden aan de cyclus van wedergeboorte. De binnenste cirkel is geïnspireerd op de lotusbloem, symbool van religieuze wedergeboorte.
De eerste verwijzing naar de mandala is naar verluidt een zandmandala beschreven in de Blauwe Annalen, een oud Tibetaans boeddhistisch boek, ook wel bekend als de Schat van het Leven.
De complexe cirkelvormige mandala vertegenwoordigt het universum vanuit het perspectief van een verlicht persoon, een kaart van de opeenvolging van gebeurtenissen vanaf de historische Boeddha 2500 jaar geleden tot heden. Tegenwoordig zijn er veel verschillende variaties op de mandala. Geometrische patronen, bloemen en afbeeldingen van Boeddha’s zijn veelvoorkomende thema’s.
De mandala symboliseert het proces van cultivatie om de hoogste staat van wijsheid en verlichting te bereiken.
Het kijken naar een mandala kan een gevoel van ontspanning, verfrissing en energie geven. Door naar de patronen te kijken, verschuift de aandacht van de buitenwereld naar de “andere wereld” die in de mandala wordt weergegeven.
Mandala’s stralen harmonie en liefde uit. Ze wekken innerlijke instincten en bevorderen zelfexpressie en communicatie.
De mandala heeft al lang een spirituele connectie met het Boeddhisme en Hindoeïsme. De patronen vertegenwoordigen de reis van zelfontdekking, zowel innerlijk als uiterlijk. De lagen zijn een metafoor voor de kwaliteiten die we moeten cultiveren om de hoogste staat van wijsheid en verlichting te bereiken.
Boeddhistische monniken gebruiken zandmandala’s om de vergankelijkheid van het leven en het loslaten van materiële bezittingen te symboliseren. In het Hindoeïsme symboliseert de mandala de verbinding tussen het zichtbare en het onzichtbare.
Mandala-patronen zijn geïnspireerd op de mandala en dragen daarom veel betekenis. Neem bijvoorbeeld het acht-spaaks mandala wiel. Het wiel wordt al lang gezien als een symbool van continue beweging zonder externe invloeden.
Het acht-spaaks wiel in de mandala symboliseert de harmonieuze beweging en cyclus in het universum. De acht spaken vertegenwoordigen het Achtvoudige Pad in het Boeddhisme, wat betekent dat, ongeacht de religieuze richting, het uiteindelijke doel van het leven bevrijding en wedergeboorte is.
De bel symboliseert adel, wijsheid en intelligentie. De bel in de mandala symboliseert de nobele betekenis die mensen leidt naar de zuivere klanken van de gouden bel, de ware waarden van het leven. De driehoek symboliseert evenwicht en stabiliteit in het leven. De driehoek in de mandala, zowel rechtopstaand als omgekeerd, staat voor de eeuwige energiebron in het leven. Omgekeerde driehoeken symboliseren vernieuwing, originaliteit en creativiteit die de natuurlijke grenzen overschrijden.
De lotusbloem in de mandala symboliseert verlichting en spiritueel ontwaken. De zon in de mandala symboliseert de eeuwige en positieve energiebron in het leven. De mandala-zon staat ook voor de nobele waarden waarnaar mensen streven.
Mandala is een term uit het Vajrayana Boeddhisme en betekent de eenheid van compassie en wijsheid. Letterlijk is de mandala het universum, bestaande uit de buitencirkel en het essentiële centrum. De mandala is dus het hele universum gevuld met liefde, met wijsheid als middelpunt.
De Sanskrietbetekenis van mandala is ‘Man’ voor geest en ‘dou’ (of dala) voor handelingen. Dit impliceert dat compassie moet worden gerealiseerd door middel van daden van ware liefde. Het Vajrayana Boeddhisme gebruikt de mandala om het hele universum te verenigen in de beoefening, met als hoofddoel het ontwikkelen van compassie en wijsheid. Wanneer compassie en wijsheid volledig ontwikkeld en verenigd zijn in de geest, zal de beoefenaar verlichting bereiken.
Tegenwoordig komen mandala-patronen veel voor in ons dagelijks leven, zoals op yogamatten, gordijnen, beddengoed en zelfs op bankhoezen. Elk patroon en elke kleur heeft een eigen symbolische betekenis.
Rood symboliseert kracht, passie en energie; roze staat voor intuïtie, vrouwelijkheid en liefde; oranje symboliseert creativiteit, intuïtie, transformatie en zelfbewustzijn; groen staat voor paranormale vermogens en liefde voor de natuur.
De symbolen op de mandala hebben ook hun eigen betekenis. Bomen symboliseren bijvoorbeeld vaak mensen, met de wortels die het verleden vertegenwoordigen, de stam als ruggengraat en de takken die verdere groei en vooruitgang symboliseren.
Dieren komen ook vaak voor op mandala’s, met name de olifant. Het labyrint is een ander veelvoorkomend motief, dat de weg of reis naar volledigheid en verlichting vertegenwoordigt. De zon kan het universum symboliseren en heeft vaak betekenissen die verband houden met leven en energie, omdat de zon de groei en het behoud van leven op aarde ondersteunt.