Een kathedraal is de hoofdkerk van een bisdom en tegelijkertijd een parochiekerk. Technisch gezien is de bisschop van het bisdom de pastoor van de kathedraalparochie en benoemt hij een rector om de spirituele en wereldlijke zaken te behartigen.
Het woord “kathedraal” komt van het Latijnse “cathedra”. De cathedra symboliseert de positie en autoriteit van de bisschop en is de plaats waar hij de mis opdraagt in zijn bisdom. De bisschopsstoel staat in de kathedraal vlakbij het altaar, meestal in het koor. Zonder het wapen van de bisschop en de aanwezigheid van zijn zetel of troon is een kerk geen kathedraal.
Een kathedraal kan ook een basiliek zijn. De Kathedraal van de Heiligen Petrus en Paulus in het aartsbisdom Philadelphia, Pennsylvania, is bijvoorbeeld ook een basiliek.
Ook in Vietnam is de Notre-Dame van Saigon een kleine basiliek. Enkele bekende kathedralen wereldwijd zijn de Notre-Dame van Parijs (Frankrijk), de St. Patrick’s Cathedral (New York) en de Dom van Keulen (Duitsland).
Kathedralen worden vaak gebouwd op grote schaal, met indrukwekkende architectuur en dragen veel historische, culturele en religieuze betekenis. Ze zijn niet alleen de plaats waar belangrijke diocesane rituelen worden gevierd, maar ook een centrum van culturele en religieuze activiteiten voor de katholieke gemeenschap. Het leren over kathedralen helpt ons de geschiedenis, cultuur en het geloof van de katholieke gemeenschap, zowel lokaal als wereldwijd, beter te begrijpen.