Chunking is het leren van zinspatronen, woordgroepen of uitdrukkingen via context in plaats van individuele woorden apart te leren. Beginners leren vaak losse woorden bij het opbouwen van hun woordenschat. Naarmate je niveau verbetert, wordt het leren van individuele woorden echter tijdrovend, frustrerend en vaak ineffectief. In de praktijk worden combinaties van woorden of grammaticale structuren vaker gebruikt dan losse woorden. Woorden die vaak samen voorkomen en een veelgebruikte woordgroep vormen, worden in het Engels ‘chunks of words’ genoemd.
Een “chunk” kan zijn:
-
Collocatie: Een vaste woordcombinatie van twee of meer woorden die vaak samen worden gebruikt.
Voorbeeld: hard werken (hard work)
-
Functionele uitdrukking: Een uitdrukking met een specifieke functie.
Begroeting: Hoe gaat het met je? (How are you?) Om uitleg vragen: Wat betekent X? (What does X mean?)
-
Vaste uitdrukking: Een uitdrukking met een vaste vorm, waarbij de woorden niet veranderd kunnen worden.
Voorbeeld: Graag gedaan. (You’re welcome.)
-
Zinbegin: Een combinatie van woorden die vaak gebruikt wordt om een zin te beginnen.
Voorbeeld: Het hangt af van … (It depends on …)
-
Idioom: Een uitdrukking waarvan de betekenis verschilt van de letterlijke betekenis van de individuele woorden.
Voorbeeld: De lat hoger leggen (Raise the bar)
Het belang van chunking
Leren in chunks helpt je om taal sneller te onthouden en te gebruiken, zowel bij spreken en schrijven als bij luisteren en lezen, vergeleken met het leren van losse woorden. Om bijvoorbeeld te vragen hoe het met iemand gaat, hoef je niet drie losse woorden te leren (“hoe”, “gaat” en “het”), maar kun je de hele zin “Hoe gaat het met je?” in één keer leren. Bij het spreken helpt het gebruik van chunks om vloeiender te spreken, omdat het vinden van een chunk voor een specifieke communicatieve situatie veel sneller gaat dan het zoeken naar losse woorden en deze samenvoegen.
Chunking helpt je ook om verkeerd gebruik van uitdrukkingen te vermijden. Je bent geneigd om de betekenis van elk woord in een chunk te willen weten. Maar dat is soms niet nuttig. Neem bijvoorbeeld de eenvoudige uitdrukking “what’s up?”.
Deze uitdrukking wordt vaak gebruikt om te vragen “hoe gaat het?” of “is er iets?” in Engelstalige landen. Maar als je het opsplitst, krijg je “what is up?”. Wanneer je probeert elk woord van deze uitdrukking te begrijpen, zou je naar de lucht kunnen staren, op zoek naar vliegtuigen en wolken. Dus, het leren van de hele chunk “what’s up” en de betekenis ervan helpt om dergelijke misverstanden te voorkomen.
Omdat het gebruik van chunks heel gebruikelijk is bij native speakers, zorgt het toepassen van chunks in je eigen spraak voor een natuurlijkere en rijkere woordenschat.
Een IELTS-kandidaat die de examinator begroet met “Hoe gaat het met je?” of “Hoe is het?”, maakt bijvoorbeeld een betere indruk dan iemand die “Hallo” of “Hoi” zegt.
Chunking kan ook je uitspraak verbeteren. Omdat chunks vaak gebruikt worden in het Engels, spreken mensen ze meestal niet uit als losse woorden, maar als één lang woord, zonder pauzes. Het correct uitspreken van deze chunks zorgt niet alleen voor een natuurlijkere uitspraak, maar verbetert ook je algehele uitspraak, met name de intonatie (stemverheffing en -verlaging) en de klemtoon in de zin. Bijvoorbeeld: de uitdrukking “I want to go to”. Wanneer je deze uitdrukking als een chunk uitspreekt, krijgt alleen het werkwoord “want” klemtoon, de andere woorden niet. Het uitspreken van deze uitdrukking als een chunk helpt je om je vloeiendheid, intonatie en klemtoon te verbeteren.