Geluk, een ogenschijnlijk simpel concept, houdt velen bezig. We vragen ons vaak af: Ben ik gelukkig? Brengen leven, huwelijk, gezin, werk, geloof… geluk? Maar stellen we wel de juiste vraag? In plaats van “Ben ik gelukkig?”, zouden we moeten vragen: “Heeft mijn leven betekenis?”. Heeft mijn leven, huwelijk, gezin, werk, geloof betekenis? We moeten onszelf meer afvragen wat de zin van ons leven is dan een vaag, geïdealiseerd en vaak onrealistisch beeld van geluk najagen.
We associëren geluk vaak met plezier en de afwezigheid van stress. We dromen van een leven zonder druk, vermoeidheid, relationele problemen, fysieke pijn, financiële zorgen, baanverveling, teleurstelling in ons geloof, verdriet om een verloren voetbalwedstrijd… Kortom, geluk wordt gezien als een perfect leven met een uitstekende gezondheid, harmonieuze relaties, een droombaan, zonder zorgen of stress, verveling of tegenslag, en altijd maar vooruitgang.
Maar dat is niet wat echt geluk is. Betekenis is de bron van geluk, en betekenis is niet afhankelijk van de afwezigheid van pijn of stress. Stel je voor dat iemand Jezus aan het kruis vroeg: “Bent u gelukkig?”, het antwoord zou ongetwijfeld “Nee! En vandaag al helemaal niet!” zijn. Maar als de vraag was: “Heeft wat u daar doet betekenis?”, dan zouden het antwoord en het perspectief heel anders zijn. Diepe betekenis kan bestaan, zelfs zonder plezier of geluk zoals we dat normaal gesproken opvatten.
Terugkijkend op verschillende periodes in ons leven, begrijpen we dit beter. Er zijn periodes vol moeilijkheden die we achteraf als gelukkige, betekenisvolle tijden beschouwen. Omgekeerd lijken periodes die ooit zorgeloos en vrolijk leken, nu ongelukkig en vol spijt. De tijd verzacht pijn en versterkt vreugde, en verandert wat donker leek in licht en vice versa.
C.S. Lewis leerde dat geluk en ongeluk de tijd in tegengestelde richting kleuren. Als we aan het einde van ons leven gelukkig zijn, zullen we beseffen dat we altijd gelukkig waren, zelfs tijdens moeilijke tijden. En als we aan het einde ongelukkig zijn, zullen we beseffen dat we altijd ongelukkig waren, zelfs tijdens de meest vreugdevolle momenten. De betekenis van ons leven bepaalt uiteindelijk of we gelukkig zijn of niet. Velen, waaronder Jezus, hebben groot leed verdragen maar toch een gelukkig leven geleid. Helaan geldt ook het tegenovergestelde. Geluk heeft meer te maken met betekenis dan met plezier.
In zijn autobiografie Verrast door Vreugde beschrijft C.S. Lewis dat zijn weg naar het christendom niet gemakkelijk was. Hij noemde zichzelf “de meest onwillige bekeerling in de geschiedenis van het christendom”. Maar wat hem uiteindelijk tot het christendom bracht, was het besef dat betekenis ons conventionele begrip van geluk overstijgt. Hij begreep dat Gods verlangen beter is dan menselijk gemak, en dat Gods dwang onze bevrijding is.
Geld kan geen geluk kopen. Het kan plezier kopen, maar plezier is niet hetzelfde als geluk. Het leven zal ons dat uiteindelijk leren.