Je sterke punten, oftewel je beste vaardigheden en capaciteiten die je tot een uitstekende medewerker maken, worden vaak op verschillende manieren door recruiters gevraagd. Ze kunnen vragen stellen zoals:
- “Why are you suited for this company?” (Waarom ben jij geschikt voor dit bedrijf?) – “Suit for” (geschikt voor) is synoniem met “right” (juist), “matched” (passend), “a good fit” (een goede match) of “suitable for” (geschikt voor).
- “What can you bring to the table?” (Wat kun jij bijdragen?) – “Bring to the table” betekent welke voordelen, vaardigheden of waarde jij het bedrijf kunt bieden.
- “How will you be an asset to this company?” (Hoe zul jij een aanwinst zijn voor dit bedrijf?) – “An asset” (een aanwinst) is iets waardevols. Deze vraag is in wezen “How will you benefit this company?” (Wat is jouw toegevoegde waarde voor dit bedrijf?) of “How will you make this company more valuable?” (Hoe maak jij dit bedrijf waardevoller?).
Antwoord door de recruiter te vertellen in welke taken je “excel at” (uitblinkt). Bijvoorbeeld: “I excel at multi-tasking” (Ik ben goed in multitasken). Veel mensen vragen zich af of ze “well” (goed) of “good” (goed) moeten gebruiken. Onthoud: “you do (verb) well but you are good at (verb)” (Je doet (werkwoord) goed, maar je bent goed in (werkwoord)).
Bijvoorbeeld: “I am good at multitasking. I also write well and can complete reports well in a short time.” (Ik ben goed in multitasken. Ik schrijf ook goed en kan rapporten snel en goed afronden).
Enkele veelgebruikte woorden om sterke punten in het Engels te beschrijven:
- Om sterke punten te beschrijven: key skills (belangrijkste vaardigheden), talents (talenten), abilities (vaardigheden), competencies (competenties), knowledge (kennis), things you do really well (dingen die je echt goed doet).
- Manieren van uitdrukken: excel in/at (uitblinken in), asset to (een aanwinst voor), bring to the table (bijdragen), good at (goed in), do well (goed doen).
- Werkwoorden: planning (plannen), organizing (organiseren), monitoring (monitoren), managing (managen), evaluating (evalueren), budgeting (budgetteren), inspiring (inspireren), developing (ontwikkelen), encouraging (aanmoedigen), coaching (coachen), holding others accountable (verantwoordelijk houden).
- Bijvoeglijke naamwoorden: multicultural (multicultureel), bilingual (tweetalig), multilingual (meertalig), global (wereldwijd), culturally diverse (cultureel divers).
Zwakke punten zijn vaak gerelateerd aan sterke punten. Als je sterke punt bijvoorbeeld is dat je altijd deadlines haalt, kan je zwakke punt zijn dat je details mist door te snel te werken. Omgekeerd, als je sterke punt is dat je zeer nauwkeurig en gedetailleerd werkt, kan je zwakke punt zijn dat je soms deadlines mist. Begin je antwoord op een vraag over zwakke punten met een frequentiewoord zoals: “sometimes” (soms), “occasionally” (af en toe) of “at times” (soms) en leg uit dat het zwakke punt alleen in specifieke situaties voorkomt. Wees eerlijk over je zwakke punt en deel je plan om het te verbeteren, bijvoorbeeld door je zakelijk Engels te verbeteren door regelmatig financiële kranten te lezen en nieuwe woorden op te zoeken.