De taalverschillen tussen Noord- en Zuid-Vietnam zijn altijd een fascinerend onderwerp. Mensen uit het noorden en zuiden gebruiken vaak verschillende woorden voor dezelfde dingen. Dit leidt soms tot misverstanden of grappige situaties, vooral voor mensen die nieuw zijn met de culturen van beide regio’s.
In een café in het zuiden bestel je bijvoorbeeld een drankje door “kêu” te zeggen, terwijl je in het noorden “gọi” gebruikt. Als je in Saigon “kêu” om een ijskoffie, begrijpt het personeel je meteen. Maar als je hetzelfde doet in Hanoi, krijg je wellicht verbaasde blikken.
Een ander voorbeeld zijn huishoudelijke voorwerpen. In het noorden heet een kom om uit te eten een “bát”, terwijl men in het zuiden “chén” zegt. Een bord is in het zuiden een “đĩa”, maar in het noorden een “dĩa”. Dit verschil geldt niet alleen voor zelfstandige naamwoorden, maar ook voor werkwoorden. Opruimen heet in het zuiden “dọn”, terwijl het in het noorden “thu dọn” is.
Deze verschillen leiden soms tot humoristische situaties. Echtparen met een partner uit het noorden en een uit het zuiden discussiëren vaak over de juiste benaming van dingen. Zelfs het woord voor vork – “cái nĩa” (zuiden) of “cái dĩa” (noorden) – kan een verhit debat ontketenen.
De verschillende woordenschat weerspiegelt niet alleen taalkundige, maar ook culturele diversiteit in Vietnam. Elke regio heeft zijn eigen kenmerken, wat bijdraagt aan de rijkdom en aantrekkingskracht van de Vietnamese cultuur. Begrip en respect voor deze verschillen verdiepen onze kennis van de cultuur van het hele land.
Gezinnen met ouders uit verschillende regio’s kunnen grappige situaties meemaken bij het opvoeden van hun kinderen. Ze moeten beslissen welke dialect ze hun kinderen leren, of ze beide leren zodat ze met alle familieleden kunnen communiceren. Dit kan ertoe leiden dat kinderen woorden uit beide dialecten door elkaar gebruiken, wat tot grappige zinnen leidt.
Een kind zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: “Papa heeft de klamboe opgehangen, ik ga slapen” (een mix van “giăng mùng” uit het noorden en “mắc mền” uit het zuiden). Of: “Snijd het vlees in kleine stukjes voor me, zodat ik gebakken rijst met Yangzhou kan maken” (een mix van verschillende woorden uit beide dialecten).