In het Engels wordt een kwadratische vergelijking een quadratic equation genoemd. De algemene vorm van een kwadratische vergelijking is: ax^2 + bx + c = 0.
Waarbij:
- a, b, en c reële coëfficiënten zijn.
- x de variabele is.
Optellen in het Engels is “addition” en het plusteken is “plus”. Bijvoorbeeld: 2 + 3 = 5 wordt uitgesproken als “Two plus three equals five.”
Aftrekken in het Engels is “subtraction” en het minteken is “minus”. Bijvoorbeeld: 10 – 5 = 5 wordt uitgesproken als “Ten minus five equals five.”
Vermenigvuldigen in het Engels is “multiplication”, het vermenigvuldigingsteken is “times” of “multiplied by”. Bijvoorbeeld: 4 x 6 = 24 wordt uitgesproken als “Four times six equals twenty-four” of “Four multiplied by six equals twenty-four”. Het product van de vermenigvuldiging heet “product”.
Delen in het Engels is “division”, het deelteken is “divided by”. Bijvoorbeeld: 12 / 3 = 4 wordt uitgesproken als “Twelve divided by three equals four.” Het resultaat van de deling heet “quotient”.
Er zijn ook meer geavanceerde bewerkingen zoals machtsverheffen (exponentiation), worteltrekken (square root), logaritme (logarithm),…
In de meetkunde zijn er concepten zoals punt (point), lijn (line), straal (ray), lijnstuk (segment), hoek (angle), cirkel (circle), vierkant (square), rechthoek (rectangle),…
Meeteenheden zoals lengte (length), breedte (width), hoogte (height), oppervlakte (area), inhoud (volume), massa (mass),… hebben ook overeenkomstige Engelse termen.
Het beheersen van Engelse wiskundige termen zal studenten helpen om effectiever te leren en opdrachten te maken, vooral in een geïntegreerd curriculum.
